Nieuws

Direct en snel
op de hoogte van 
alle belangrijke informatie
en nieuws.

Overzicht uitkeringen per sociaal statuut

In België leven betekent veel belasting betalen. Dat is nu eenmaal zo. Gelukkig staat daar iets tegenover. Zo hebben mensen onder meer recht op een uitkering wanneer ze hun inkomen verliezen.

De uitkeringen zijn een soort van eerste vangnet voor als het ​(omwille van ​fysieke, mentale, economische of sociale omstandigheden) ​minder goed gaat.

Vandaag willen we even stilstaan bij die uitkeringen. Afhankelijk van het sociaal statuut verschillen de uitkeringen. Daarom een overzichtje in dit artikel.​​

Uitkeringen als zelfstandige

​De uitkering van de mutualiteit die aan een zelfstandige wordt uitgekeerd, bestaat enkel uit een dagvergoeding.

Maar als zelfstandige moet je in geval van ziekte of ongeval nog steeds jouw vaste kosten kunnen dekken. Dat betekent dat je toch over een degelijk vervangingsinkomen moet beschikken.

Daarom is het een must om een verzekering gewaarborgd inkomen te hebben.

Deze verzekering geeft u de mogelijkheid u te beschermen tegen een mogelijk inkomensverlies (maximaal tot 80% van uw netto belastbaar inkomen) waardoor u dan maandelijks een vervangingsinkomen ontvangt bovenop de uitkering via uw mutualiteit.

Gezinslast

1. Je woont samen (met je echtgeno(o)t(e), feitelijke levenspartner, kind of bloed- of aanverwant tot de 3e graad ten laste):

  • ​Echtgeno(o)t(e) of feitelijke levenspartner kan gezinslast doen ontstaan of uitsluiten. ​Je ziekenfonds houdt geen rekening met de andere personen die bij ​je wonen, noch met hun inkomsten.
  • ​In andere gevallen mag het brutobedrag van de inkomsten van de andere personen (buiten ​je echtgeno(o)t(e), feitelijke levenspartner, kinderen, bloed- of aanverwanten tot de 3e graad) waarmee ​je samenwoont niet het grensbedrag (plafond = €990,04) overschrijden om als persoon ten laste te worden beschouwd.

2. Je ​bent alleenstaande ​​(en betaaltonderhoudsgeld)​:

  • ​Je bent alleenstaande gerechtigde (meer uitleg zie puntje ‘alleenstaande’)
  • ​Je betaalt onderhoudsgeld of ​je echtgeno(o)t(e) ontvangt ​deel van ​jouw uitkeringen (ondergrens onderhoudsgeld = €111,55)

Alleenstaande

1. Alleenstaande gerechtigde:

  • Je woont alleen
  • ​Je woont samen met personen die geen enkele vorm van inkomen hebben (zij worden niet als personen ten laste beschouwd)

2. Alleenstaande gerechtigde gelijkgesteld:

  • ​Je vervangingsinkomsten overschrijdt niet het grensbedrag voor het statuut alleenstaande (plafond vervangingsinkomen = €1.089,61)
  • ​Je beroepsinkomsten overschrijdt niet het grensbedrag voor het statuut alleenstaande (plafond beroepsinkomen = €1.593,81)

Samenwonende

1. Je voldoet niet aan de voorwaarden van gezinslast of alleenstaande.2.​ Je woont samen met iemand die een beroep- of vervangingsinkomen heeft dat hoger is dan een wettelijk bepaald bedrag.

  • Vervangingsinkomsten​ partner > €1.08,61​
  • Beroepsinkomsten​ partner > €1.593,81)

​Uitkering als arbeider

Voor alle arbeiders geldt hetzelfde uitkeringsprincipe die opgesplitst kan worden in twee periodes. De periode van gewaarborgd loon waar jouw werkgever de uitkering zelf dient te betalen.

De tweede periode valt men terug op een uitkering ziekte- en invaliditeit die uitgekeerd wordt door de Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV). Dit is een openbare instelling die fungeert in naam van de sociale zekerheid.

Vanaf ​je eerste dag wordt arbeidsongeschiktheid 100% van het normale loon uitgekeerd.

Deze uitkering veranderd na de eerste week. Dan wordt slechts ​60% van ​je normale loon uitgekeerd. Naast dat begrensde loon, wordt een bijkomende vergoeding van 25,88% uitgekeerd door de werkgever die hem opgelegd wordt door de collectieve arbeidsovereenkomst.

Vanaf de 15de dag bestaat zijn invaliditeitsvergoeding uit twee delen. Het eerste deel is de ziekte- en invaliditeitsvergoeding die uitgekeerd wordt door het RIZIV. Dit wordt aangevuld met de bijkomende vergoeding van de werkgever die blijft doorlopen van de vorige periode.

​Uitkering als bediende

​De derde en laatste categorie zijn bedienden. De bedienden genieten de eerste 30 dagen van een 100% gewaarborgd loon.

Maar dit geldt niet voor bedienden die werken zoals werklieden en dus beschikken over een contract van maximaal drie maanden. Voor hen geldt dezelfde regeling als voor arbeiders, maar hier bedraagt de bijkomende vergoeding 26,93% zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst.

Let op, hier moet wel de anciënniteitsvoorwaarde niet voldaan zijn voor bedienden die onder het algemeen stelsel behoren. Dit betekent dat ​je direct 100% gewaarborgd loon ontvangt, ​indien je vanaf dag één ziek ​valt. Maar deze regeling geldt niet voor bedienden met regeling werklieden want zij moeten immers wel over één maand anciënniteit beschikken. Dus tot hun 31ste dag in dienst, krijgen ze een uitkering van hun mutualiteit in geval van ziekte of ongeval.

Conclusie:

​Indien je terugvalt op een uitkering, dan kan je je best goed informeren over je rechten. Je kunt daarvoor bij je mutualiteit of je vakbond terecht.

Heb je vragen als zelfstandige, dan kan je met al je vragen ook ​steeds bij ons terecht.

Vond jij dit een interessant artikel? Laat het ons dan zeker weten via onderstaande reactie, of deel het met je vrienden. We zijn je er alvast dankbaar voor. ​

Lees hier onze andere berichten.

Cookiebeleid

Onze website maakt gebruik van cookies om jouw ervaring te verbeteren en om statistieken bij te houden. Meer informatie over het gebruik van cookies vindt u in onze privacyverklaring.